Digital Matter Hawk handleiding
1
.
Aansluiten sensoren
Calculus ondersteunt verschillende toepassingen met behulp van een Digital Matter Hawk module. Afhankelijk van de toepassing verschillen onderstaande zaken per toepassing:
- software kalibratie voor de Hawk module;
- sensoren, bijvoorbeeld: watersensor, dieselsensor of adbluesensor;
- aantal fysieke aansluitingen op de Hawk module.
1.1. Watermeter: Reed switch
- Groene draad → I/O7 DIN1
- Witte draad → VIN
1.2. Watermeter: H2Q
- Rode kabel → I/O7 DIN1
- Blauwe kabel → GND
- Zwarte kabel (Batterij) → GND
1.3. Ratiometric sensor: BD Sensor 5V
- Witte kabel (Voeding 5 V) → I/O2 +VBOOST OUT
- Bruine kabel (GND) → I/O6 SWGND
- Groene kabel (Data) → I/O1 AIN1
1.4. Ratiometric sensor: Huba sensor 3.3V
- Bruine kabel (Voeding 3.3 V) → I/O5 +3.3 V Out
- Witte kabel (GND) → I/O6 SWGND
- Groene kabel (Data) → I/O1 AIN1
1.5. Ratiometric sensor: Keller sensor 3.3V
- Zwarte kabel (Voeding 3.3 V) → I/O5 +3.3 V Out
- Witte kabel (GND) → I/O6 SWGND
- Rode kabel (Data) → I/O1 AIN1
1.6. 4-20mA sensor
- Witte kabel (Spanning) → I/O2 +VBOOST OUT
- Bruine kabel (4-20mA) → I/O9 4-20mA
1.7. 4-20mA sensor en Ratiometric sensor
Ratiometric (Diesel tank)
- Groene kabel (Data) → I/O1 AIN1
- Zwarte kabel (Spanning) → I/O5 +3.3V OUT
- Bruine kabel (GND) → I/O6 SWGND
4-20mA (AdBlue tank)
- Zwarte kabel (Spanning) → I/O2 +VBOOST OUT
- Bruine kabel (4-20mA) → I/O9 4-20mA
1.8. 1-wire
- Groene kabel (Spanning) → I/O5
- Witte kabel (Data) → I/O 8
- Bruine kabel (GND) → GND
2
.
Activeren batterijen
Haal het stripje weg om te batterijen te activeren.
Wanneer de Hawk module geplaatst is, zal de LED naast de GPS-antenne kort knipperen. Als de LED niet knippert, dan dient de module nog gereset te worden. Dit doet u door de batterijen voor minstens vijf minuten te verwijderen om eventuele restlading te laten wegvloeien. Plaats de batterijen vervolgens terug.
3
.
Behuizing sluiten
- Plaats de deksel op de gateway en knijp het voorzichtig dicht. Het schuim in de deksel zal zich tegen de batterijen drukken en ze stevig op hun plaats houden wanneer het toestel wordt omgedraaid.
- Draai de 8 schroeven gelijkmatig aan. Bij de eerste montage kunnen de schroeven vrij stug zijn.
Zorg ervoor dat u de deksel op de juiste manier plaatst. Het schuim moet over de batterijen liggen. Als u de deksel verkeerd om vastschroeft, beschadigt u de gateway.
4
.
Installatie
De gateway kan met schroeven, bouten, kabelbinders of industriële kleefstoffen op het te volgen object worden gemonteerd.
Let op volgende zaken wanneer u een montagepunt kiest:
- Verklein de kans dat het toestel per ongeluk wordt verpletterd of losraakt;
- Verhoog de GPS- en mobiele ontvangst door de gateway op een goede plek te monteren;
- Zorg voor voldoende ventilatie.
Wanneer de gateway als een apparaat op batterijen wordt gebruikt, is de ontvangst kritisch voor zijn prestatie.
Plaats de gateway niet onder een stalen afdekplaat om ontvangstproblemen te vermijden.
5
.
GPS
Iedere twaalf uur probeert de Hawk module een GPS fix te verkrijgen. Soms lukt het niet om deze fix op te halen wanneer de module toch onder een ijzeren deksel bevestigd is.
De meest optimale situatie voor de Hawk module om de GPS fix op verkrijgen, is dan ook wanneer hij de buitenlucht kan “zien”. U kan de Hawk een nieuwe fix proberen te laten verkrijgen door deze te resetten. Dit doet u door de batterijen voor minstens vijf minuten te verwijderen. Wanneer u de batterijen vervolgens terugplaatst, probeert de Hawk een nieuwe fix te verkrijgen.
6
.
Kalibratie van een tank
Na installatie van de gateway en de sensor in de tank, dient
u de tank volledig te vullen. Om een tank te kalibreren gaat u allereerst naar
het dashboard van de desbetreffende tank. Onderaan het dashboard vind u de
widget “Max Raw Sensor data in Period”. Wanneer de tank volledig vol is,
gebruikt u deze waarde om de tank te kalibreren.
Bovenaan het dashboard ziet u de naam van de tank, gevolgd door een pijl icoon. Klik op dit icoon.
U wordt doorgewezen naar de “Edit asset” pagina. Bovenaan ziet u verschillende tabladen, waaronder “Metadata”. Dit is de pagina die u nodig heeft.
Op deze pagina kan u waardes meegeven voor verschillende variabelen. De belangrijkste variabelen voor een tank te kalibreren, zijn “TankLiter” en “Tank100pct”.
Bij “Tankliter” vult u het maximum volume van uw tank in in liters, bijvoorbeeld 300. Bij “Tank100pct” vult u de waarde in die u ziet in de “Max Raw Sensor data in Period” widget op het dashboard. De waarde die u hier invult is de waarde die u verkrijgt wanneer de tank volledig gevuld is. Let er wel op dat u de komma of het punt niet mee noteert.
Let op! De tankmonitor stuurt ieder uur zijn data, wacht tot u zeker bent dat dit de hoogste waarde is.
7
.
Batterijen vervangen
Wanneer een 4-20mA sensor is aangesloten aan de gateway dienen er Lithium Thionyl Chloride (LTC) batterijen gebruikt te worden.
Niet alle LTC-batterijen zijn hetzelfde gebouwd – kies in het algemeen voor batterijen van het Spiral Type. Accu’s van het Bobbin Type kunnen mogelijk niet genoeg piekstroom leveren.
Als u de batterijen wilt vervangen en de behuizing wilt openen, moet u controleren of de siliconenafdichting in goede staat is voordat u de behuizing weer sluit.