Begrijpen van aggregaatfuncties
1
.
Uitleg & instructies
Een aggregaatfunctie is een berekening die wordt uitgevoerd op meerdere waarden in een bepaald tijdsinterval, het resultaat is één waarde.
Waarom is dit belangrijk? Omdat de
waarden gecomprimeerd worden wanneer ze in een widget getoond worden.
Elke afzonderlijke waarde weergeven zou een onduidelijk en complex beeld
opleveren, waaruit moeilijk conclusies kunnen worden getrokken.
Er is
gewoonlijk meer belangstelling voor het kennen van hele cijfers dan voor details. Wanneer u inzoomt op de widget
tijdlijn, ziet u meer individuele datapunten.
Een widget biedt 8 manieren om uw gegevens te comprimeren:
COUNT | COUNT toont het aantal waarden dat in het tijdsinterval is verzonden. Het werkt zowel op numerieke waarden als op tekenreeksen (=tekst). |
AVG | AVG toont u de gemiddelde waarde in het tijdsinterval. Het wordt meestal gebruikt om een overzicht van een situatie te krijgen, of wanneer het belangrijk is om gemiddelden te kennen. |
MAX | MAX toont de grootste waarde die het in het tijdsinterval heeft ontvangen. Handig als je bijvoorbeeld een bovengrens controleert. |
MIN | MIN toont de kleinste waarde in het tijdsinterval. Handig als je bijvoorbeeld een ondergrens controleert. |
FIRST | FIRST toont de eerste waarde die in het tijdsinterval is ontvangen. |
LAST | LAST toont de laatste waarde die in het tijdsinterval is ontvangen. |
DIFF | DIFF berekent het verschil tussen de eerste en de laatste waarde in het tijdsinterval. Deze functie is nuttig wanneer uw sensor totalen telt, en u de stijging of daling van uw waarden wilt weten. |
SUM | SUM berekent de som van alle waarden die in het tijdsinterval zijn ontvangen. Deze functie is nuttig wanneer uw sensor bijvoorbeeld een teller is, en u totalen wilt weten. |
Voorbeeld: Laten we zeggen dat je sensor waterverbruik in liters telt.
Binnen een tijdsinterval zendt het de volgende waarden uit:
1 1 2 0 1 0 2 3
Afhankelijk van de ingestelde berekening, zal uw widget de volgende waarde tonen:
COUNT |
= 8 |
AVG |
= 1.25 |
MAX |
= 3 |
MIN |
= 0 |
FIRST |
= 1 |
LAST |
= 3 |
DIFF |
= 2 |
SUM |
= 10 |
Let op! Om te weten wanneer u SUM of DIFF moet gebruiken, is het belangrijk dat u de manier kent waarop uw sensor de waarde meet.
Voorbeeld
- Als u de volgende waarden krijgt: 1 1 0 2 kan u SUM gebruiken om het totaal van de gemeten waarden te krijgen.
- Krijgt u de volgende waarden: 1 3 4 5 zal de sensor de waarden zelf optellen. U kan ook DIFF gebruiken om te weten met hoeveel de waarden zijn gesten. De berekening ziet er als volgt uit DIFF (5 - 1 = 4)
Voorbeeld
Dit is een grafiek met gegevens van één enkele sensor, dus precies hetzelfde meetpad, maar met drie verschillende aggregaties.
- De rode lijn toont de maximum (#MAX) gemeten temperatuur.
- De groene lijn toont de gemiddelde (#AVG) waarde.
- De blauwe lijn toont de minimum (#MIN) gemeten temperatuur.
2
.
Hoe aggregatiefuncties gebruiken in uw widgets
Bij het instellen van een widget, kunt u een maximum kiezen voor de datapunten die getoond worden.
Datapunten zijn de waarden die de sensor naar het portaal zendt. Na verloop van tijd worden deze waarden gecomprimeerd voor meer duidelijkheid. De compressie van de datapunten wordt geregeld door de instelling “Max Datapunten”. Hoe hoger het maximum dat u instelt, hoe meer punten er op uw widget getoond zullen worden, en hoe minder ze gecomprimeerd zullen worden.
Bijvoorbeeld:
- Een kolomdiagram met “Max Datapunten” ingesteld op 100:
- Dezelfde grafiek met “Max Datapunten” ingesteld op 20:
Bij het comprimeren van meerdere sensorwaarden wordt de waarde die in de widget wordt getoond, bepaald door de aggregaatfunctie.
Als u geen aggregatie selecteert, wordt deze standaard ingesteld op “LAST”.